Ayurveda en wetenschap - deel 1

Een aantal jaren geleden woonde ik een lezing bij van een evolutiebioloog die tevens christen was. Geen gebruikelijke combinatie. Precies daarom woonde ik die lezing bij: ik was benieuwd hoe hij zijn geloof en werk met elkaar kon rijmen. Tijdens de lezing stelde hij de volgende vraag aan het publiek: waarom kookt het water in mijn waterkoker? Het antwoord was unaniem: omdat het water het kookpunt van 100 graden heeft bereikt. Als reactie op ons antwoord stelde hij nog een vraag: ‘’Is er nóg een reden waarom het water kookt?’’. Het bleef stil in de zaal, tot hij zelf het verlossende antwoord gaf: ‘’Omdat ik graag thee wil drinken’’. En hij schonk de waterkoker leeg in zijn mok, deed er een zakje thee in en keek uitdagend het publiek in.

 

In deze blog ga ik geen uitspraken doen over welke zienswijze beter is: de Ayurveda of reguliere geneeskunde. Wat mij betreft zijn ze beiden een manier om naar het lichaam en gezondheid te kijken, maar doen ze dit – net als de antwoorden bij de lezing – op een totaal andere manier. Ik zet eerst de twee verschillende definities van gezondheid naast elkaar:

Gezondheid volgens de WHO:

 

 ’’Health is a state of complete physical, mental and social well-being and not merely the absence of disease or infirmity.’’

Gezondheid volgens Charaka*:

 

''Gebalanceerde dosha's, agni, dhatu's, mala, gelukkige ziel, - geest, en -zintuigen.''

 


De WHO definitie moet wel te volgen zijn. De definitie volgens de Ayurveda heeft waarschijnlijk wel wat verheldering nodig:

  • Dosha’s zijn drie krachten waaruit wij als mens zijn opgebouwd, bestaande uit de 5 elementen: ether, lucht, vuur, water en aarde. Ether en lucht vormen de dosha ‘’vata’’, vuur en water de dosha ‘’pitta’’, en water en aarde de dosha ‘’kapha’’. Ieder mens wordt geboren met zijn eigen unieke samenstelling van deze dosha’s, maar door omstandigheden/levensstijl/voeding kunnen deze dosha’s veranderen. De dosha’s zijn in balans wanneer ze terug zijn in je geboortebalans. Lees hier meer over dosha’s.
  • Agni staat voor vuur. Bijvoorbeeld je spijsverteringsvuur en metabolisme en alles dat komt kijken in deze processen van transformatie in het lichaam (denk aan speeksel, leverenzymen en maagzuur), maar ook de mate waarin jij in staat bent niet fysieke zaken te verwerken.
  • Dhatu’s zijn de zeven weefsels die de Ayurveda onderscheidt: plasma, bloedcellen, spieren, vet, botten, beenmerg en voortplantingsweefsels. Ieder weefsel moet niet te groot of te klein zijn om goed te kunnen functioneren en de andere weefsels niet tot last te zijn.
  • Mala is uitscheiding, zoals ontlasting, zweet en talg.
  • En de Ayurveda ziet de mens zoals wij deze kennen als een combinatie van ziel (iets dat oneindig is door reïncarnatie of opname in de hemel zoals dat in sommige religies wordt geloofd), geest (wat er zich in je hoofd afspeelt) en lichaam (in de gezondheidsdefinitie neergezet als zintuigen). 
7 dhatu's
De 7 weefsels: rasa (plasma), rakta (bloed), mamsa (spieren), meda (vet), asthi (bot), majja (beenmerg), shukra (voortplantingsweefsel).

Alles wat de WHO als gezond ziet, ziet de Ayurveda ook als gezond, alleen gaat het een stapje verder of specifieker. En de termen die de Ayurveda gebruikt zal je niet terug zien in de moderne medische wetenschap. Wat je ook kan halen uit de verschillen in definitie is dat de WHO spreekt van iets dat compleet of volledig moet zijn, waar de Ayurveda het heeft over een balans. Daarmee komen we tot het belangrijkste verschil tussen beide zienswijzen: het verschil tussen kwantiteit en kwaliteit. 

 

Als je gaat kijken naar de reguliere diëtetiek wordt er gesproken over hoeveelheden. Dus eet je wel genoeg eiwitten, vezels, koolhydraten, vetten, vitamines en mineralen. Dit is van essentieel belang voor de juiste opbouw van je lichaam. Wanneer je bijvoorbeeld te weinig eiwitten binnen krijgt, loop je gemakkelijk even de supermarkt in voor een lekkere eiwitreep. De Ayurvedische voedingsleer kijkt naar de kwaliteiten van het eten, en in hoeverre die kwaliteiten jou in balans houden. Zo zal die eiwitreep hoog scoren in de statistische benadering van de reguliere diëtetiek, maar afgeraden worden door een Ayurvedist die de versheid van het product en de liefde waarmee het gemaakt is belangrijk vind – en die eiwitrepen zijn allang niet meer vers en gemaakt door machines zonder gevoel. Aandacht maakt alles mooier, aldus Ikea (hoewel erg tegenstrijdig met hun manier van fabriceren). Ook is het de vraag of die eiwitreep wel past bij jouw basis constitutie (jouw dosha samenstelling). Iemand met relatief veel aarde en water in zijn systeem (kapha) zou juist beter af zijn met iets dat licht of pittig is en veel eiwitten bevat: zoals kruidig gemarineerde kip of tempeh. Waarom? Omdat als je meer stevigheid en suiker toevoegt aan iemand die al van zichzelf stevig is, deze persoon er alleen maar steviger of zelfs langzamer/trager van wordt. Klinkt niet heel gek toch? 

 


Ook de behandeling van ziekte is anders. Wanneer je last hebt van een brandend gevoel in je dijbeen en de huisarts constateert een peesontsteking, krijg je zeer effectieve ontstekingsremmers in de vorm van tabletten voorgeschreven of een plaatselijke injectie. In bijna alle gevallen neemt de ontsteking af, en wordt de rest overgelaten aan het zelf-helende vermogen van het lichaam. Een prima systeem. Maar wanneer iets chronisch wordt – niet over lijkt te gaan, wordt de behandeling ingewikkelder. Je zal dan van specialist naar specialist gaan, tot het probleem wordt opgelost. Een osteopaat kijkt naar eventuele verklevingen en je bewegingsapparaat om de oorzaak te vinden, wat in principe al een vrij holistische benadering is. Een fysiotherapeut kan je helpen om je houding aan te passen, om te zien of dat ervoor zorgt dat de ontsteking niet meer terugkeert. Nog steeds zal het in de meeste gevallen gewoon weggaan. Ons lichaam is sterk, en dusdanig ontworpen om problemen uit de weg te ruimen.

Maar wat nou als dat niet lukt? Een ayurvedist kijkt hoe het kan dat het lichaam een ontsteking laat gebeuren en niet kan opruimen en vervolgens naar hoe het probleem bij de kern en de uitwerking aangepakt kan worden. Er zijn verschillende manieren om te kijken naar het ontstaan van ziekte, maar het begint allemaal met een disbalans in de dosha’s. Een ontsteking is in principe een disbalans in pitta, door een teveel aan vuur of een tekort aan water. Er kan simpelweg worden gekeken naar je voedingspatroon: eet je veel kruidig eten, rode vruchten, zure, zoute en bittere smaken? En drink je wel genoeg? Soms kan alleen je dieet aanpassen er al voor zorgen dat je minder snel ontstekingen ontwikkelt of ontstekingsgevoelig bent. Dan kunnen we gerust wel zeggen volgens het westerse systeem dat citroenen en gember gezond zijn, maar laat die producten toch zeker maar even staan als er sprake is van een maagzweer (directe invloed) of andere ontstekingen (lange termijn invloed) zoals die peesontsteking.

 

Het kan nog iets ingewikkelder worden gemaakt. Dosha’s zitten in principe allemaal op een vaste plek in het lichaam. Elk deel van je lichaam is uit verschillende samenstellingen van die elementen gemaakt. Er bevindt zich bijv. veel vata (wind) in de darmen (om voeding eruit te duwen), veel pitta (vuur) in de maag (maagzuur bijv.), en veel kapha (water) rond je voortplantingsorganen. Wat nou als er door een verkeerd leefpatroon een van deze dosha’s meer en meer wordt? Wanneer het vuur in je maag ophoopt, en het de spuigaten uitloopt, gaat het op zoek naar een andere plek om zich in te nestelen. Het reist dan af naar plekken waar ruimte is, bijvoorbeeld een holte door een blessure, of een plek waar de desbetreffende dosha juist in volume is afgenomen. Dan gaat er teveel vuur zitten op een plek waar het niet de bedoeling is, bijvoorbeeld die peesontsteking in je dij. Het enige dat een ontstekingsremmer van de huisarts, het veranderen van je bewegingen bij de fysio, of het losmaken van verklevingen van de osteopaat dan met je doet is de rommel die de reizende dosha heeft teweeg gebracht opruimen. Maar de dosha is nog steeds afgereisd en blijft gevoed worden, dus die rommel komt na verloop van tijd vanzelf weer terug. Een ayurvedist gaat daarom zowel jouw dosha’s, en al die andere begrippen genoemd in de definitie van gezondheid langs, om te zien of het in balans is. Wanneer die weer in balans zijn gebracht zal je gezond zijn, en in die staat zal er ook geen ziekte zich meer aandienen (m.u.v. het onvermijdelijke verjaren, wat ook niet gezien wordt als verval of disbalans).

 

Je kan daarom ook het best ter onderhoud naar een ayurvedist gaan, om zo nu en dan te checken hoe het ervoor staat met je dosha’s, dhatu’s, mala, agni etc. Bij een huisarts krijg je geen afspraak wanneer je geen klacht hebt. Dat is een groot verschil. In het oude China kreeg een arts betaald naar het aantal gezonde burgers dat onder zijn hoede viel; in het hedendaagse stelsel krijgt een arts betaald naar het aantal ongezonde burgers dat zich meldt. Dat is een groot verschil, en zorgt ook voor een verschil in aanpak. Zo is de oosterse geneeskunde veel meer gericht op het gezond houden, en westers op gezond maken. Je kan de Ayurveda daarom beter een gezondheidsleer noemen, en de allopathie geneeskunde. En allebei zijn goed. Ik hoorde ooit het verhaal van een regio in het noorden van India waar twee ziekenhuizen in de buurt waren. Bij acute klachten – zoals een blindedarmontsteking – twijfelde men niet en ging direct naar het westerse ziekenhuis. Bij chronische klachten, of onverklaarbare aandoeningen ging men direct naar het Ayurvedisch hospitaal.

 

Een ander belangrijk verschil is hoe beider theorie en bevindingen worden gedaan. In de westers medische wetenschap wordt er jarenlang – denk gerust aan 30 jaar – onderzoek gedaan naar ziektebeelden en hun behandeling. Hierbij wordt op een hele betrouwbare manier gekeken middels allerlei testobjecten, proefdieren, controle en testgroepen van menselijke proefpersonen, en blijft er gemonitord worden nadat een medicijn op de markt is door de data die huisartsen en andere zorg professionals terugsturen over patiënten. Er is dus sprake van een grondig getest en gemonitord, maar algemeen ziektebeeld en behandeling. De Ayurveda werkt met een algemene theorie (denk aan al die begrippen) die in toepassing per individu kan verschillen. Zo kan je drie patiënten hebben, met allemaal hetzelfde ziektebeeld, maar drie verschillende én effectieve medicijnen. Dit heeft alles weer te maken met iemands dosha. Zo kan iemand die een teveel aan kapha heeft obesitas ontwikkelen door teveel vet en koolhydraten te eten omdat kapha’s dat eenmaal graag doen, iemand die teveel vata heeft obesitas ontwikkelen door zo naarstig op zoek te zijn naar gronding en stabiliteit en daardoor teveel eten, of iemand die pitta heeft de intense emoties en gevoel van onrechtvaardigheid (wat een pitta eigenschap is) proberen weg te eten en teveel aankomt. De kapha moet je dan juist een licht verteerbaar dieet geven, de vata oefeningen om uit levensstijl de stabiliteit te halen, en de pitta proberen te leren om met de intensiteit van emoties om te gaan.

 

Wat het lastig maakt om de Ayurveda en allopathie met elkaar te vergelijken is dat ze allebei zo’n verschillende benadering hebben, met – daar ga ik vanuit – allebei hetzelfde nobele doel: gezondheid. Maar ze gebruiken andere begrippen, kijken specifieker of holistischer en er is dus een verschil tussen individu en het algemene. Zo komen we weer terug bij het voorbeeld van de lezing, waar beide benaderingen een antwoord op dezelfde vraag gaven; hetzelfde als de Ayurveda en allopathie. Ze hebben beide gelijk vanuit de benadering en in de taal waar ze in gemaakt zijn, het gaat er ook om welk antwoord voor jou het meest relevant is op dat specifieke moment in jouw leven. Maar in hoeverre beide zienswijzen in hun eigen taal de andere zienswijze kan onderbouwen is een lastiger kwestie. Daar lees je meer over in de volgende blog.

 

 

Namasté!

Reactie schrijven

Commentaren: 0